GRAZER Reizen heeft van 2 t/m 9 juni 2024 een vlinderreis naar de Oostelijke Rhodopen in Bulgarije georganiseerd. We hebben vanuit drie verschillende hotels dag-excursies gemaakt. De eerste drie nachten verbleven we in het dorpje Gorno Pole in de buurt van Madzharovo. De tweede drie nachten sliepen we in Ivaylovgrad in het uiterste oosten van de Rhodopen tegen de Griekse grens aan, de laatste nacht hebben we in Sofia geslapen. Tijdens deze reis hebben we 78 van de bijna 150 in de Rhodopen voorkomende vlindersoorten gezien, waaronder lokale specialiteiten zoals de oostelijke pijpbloemvlinder, het geelbandspikkeldikkopje, het kleine resedawitje, enzovoort. Daarnaast was het aantal vlinders dat we dagelijks zagen ook zeer groot. Niet in de laatste plaats omdat het gedurende de hele reis prima weer was om vlinders te kijken met veel zon en temperaturen iets boven de 30 oC. Lees HIER alles over de vlinders én libellen die we tijdens deze reis gezien hebben.
Verslag vogelreis 2023
Van 4 tot en met 10 juni 2023 hebben we met een kleine groep natuurliefhebbers onder leiding van Fokko Erhart en gids Yordan een bezoek gebracht aan de Rhodopen, een berggebied in het zuidoosten van Bulgarije. Vanaf het vliegveld in Sofia zijn we naar de oostelijke Rhodopen gereden. Vanaf Sofia ging onze autorit door de vlaktes van de Maritza rivier met relatief intensieve landbouw (m.n. akkers). Eenmaal in de Rhodopen aangekomen veranderde het landschap compleet. Bij Haskovo verlieten we de vlakte van de rivier en kwamen we in een bergachtig gebied met een mix van bos, struwelen, extensieve landbouw, rivierdalen en dorpjes. De bossen bestaan veelal uit doorgeschoten hakhout, vaak met diverse soorten eiken, essen, haagbeuken en esdoorns. Soms kwamen we oudere opgaande (eiken-)bossen tegen. De landbouw bestaat hier grotendeels uit extensief beweidde graslanden met lokaal (kleine) akkers. In en tussen de graslanden komen overal struwelen en kleine bosjes voor. Dat geeft het agrarische landschap een zeer fraai kleinschalig karakter. In de rivierdalen van de Arda wisselen zich vrij afstromende grotere en kleinere rivieren af met kleinere beken. Dit zijn de plaatsen waar we ooibossen en drooggevallen grindbanken aantroffen. Op een aantal plekken zijn de rivieren verstuwd en komen stuwmeren voor. Overal vind je kleine dorpen waar vaak akkerbouw te vinden is. Deze afwisseling in landschappen en habitats staat garant voor een enorme biodiversiteit, wat zich onder andere weerspiegelt in een groot aantal vogelsoorten, dagvlinders en vaatplanten. Zodra we de bus uitstappen, in agrarisch gebied, horen we elke keer grauwe gorzen en regelmatig veldleeuweriken zingen in de graslanden. Daarnaast zien we grauwe klauwieren en roodkopklauwieren in de vrijwel altijd aanwezige fraaie (doorn-)struwelen. Daar waar wat grotere bosjes aanwezig zijn horen we overal nachtegalen en vaak ook wielewalen zingen. Door de grote afwisseling zijn er ook veel verschillende soorten roofvogels en gieren aanwezig. Arendbuizerd, slangenarend, kleine torenvalk, Eleonora’s valk, aasgier, monniksgier en vale gier zijn daarvan slechts enkele voorbeelden. Ook gorsachtigen als ortolaan, grijze gors, cirlgors en zwartkopgors werden regelmatig gehoord en gezien. In de moerasgebieden komen o.a. Europese moerasschildpad, grote karekiet, ralreiger, koereiger, dwergaalscholver, woudaapje en kleine zilverreiger voor. Andere karakteristieke vastgestelde broedvogels zijn hop, scharrelaar, Aziatische steenpatrijs, oostelijke blonde tapuit, blauwe rotslijster, balkanbaardgrasmus, waterspreeuw, lijster, maskerklauwier, Griekse spotvogel, izabeltapuit, roze pelikaan, sperwergrasmus en Syrische bonte specht. Regelmatig werden ook reptielen waargenomen. Daarvan springt de smaragdhagedis er het meest uit, we hebben ook toornslang, Griekse en Moorse landschildpad waargenomen. In de regelmatig aanwezige veedrinkplaatsen en moerasjes werden boomkikker, meerkikker en bastaardkikker gehoord. In een klein beekje kwamen daarnaast nog geelbuikvuurpadden voor. De graslanden zijn door het extensieve gebruik doorgaans rijk aan vaatplanten. Vaak bevinden in deze graslanden stukken met ruigte, struweel, opgaande bomen en kleine en grotere bosjes. Van de dagvlinders hebben we vele soorten waargenomen. Enkele daarvan zijn oostelijke pijpbloemvlinder, koningspage, klein sleedoornpage, bruine eikenpage en braam-, knoopkruid- en tweekleurige parelmoervlinder, blauwe ijsvogelvlinder, grote schaduwoog en klaverblauwtje.
Wilt u het hele reisverslag lezen klik dan hier.
Heeft u belangstelling om in 2024 mee op reis te gaan klik dan hier.
Ga mee op reis in 2024!
De laatste jaren heb ik diverse reizen geleid naar de Oostelijke Rhodopen (Bulgarije), naar Spanje (Extremadura en Zuid-Spanje) en in Nederland (dagtochten en weekenden). Op deze site staan daar een aantal verslagen van en kun je er foto’s van vinden. De reizen naar de Oostelijke Rhodopen organiseer ik zelf onder de vlag van GRAZER-Reizen Deze reizen zijn elke keer net wat anders omdat er verschillende thema’s zijn zoals vlinders, vogels of een algemene natuurreis. De reizen naar Spanje en dagtochten/weekenden in Nederland zijn in opdracht van BirdingBreaks. Heb jij zin om met mij op stap te gaan? Klik dan op de bovenstaande links voor meer informatie!
Vogelreis Rhodopen
Hierbij presenteer ik een vogelreis naar de Oostelijke Rhodopen voor mei 2022. Lees in deze folder meer over de reis. Heeft u belangstelling voor deze reis? Meldt u dan aan! De reis is ontwikkeld in afwachting van de situatie rondom het coronavirus (COVID) en het daarmee samenhangende reisadvies. Actuele informatie over dat reisadvies vindt u op deze website.
Lezing PiXperience
Dagtocht Lauwersmeer
Toen ik zondagmorgen om 9:15 uur de kade van Lauwersoog opreed werd ik begroet door twee steenlopers. Ze waren totaal niet bang voor mij en ik kon ze dan ook met gemak als eerste soort van de dag op de foto zetten. Even later kwamen de reisdeelnemers binnendruppelen. Na een korte introductie stapten we in de auto en was de dag begonnen.
Bij het Nieuwe Robbengat joeg een groep van ruim 700 aalscholvers gezamenlijk op vis. Ik besloot spontaan om te stoppen. Terwijl we naar alle drukte in die groep aalscholvers keken, kwamen er nog eens ongeveer 700 aalscholvers bij. Regelmatig kwam een aalscholver boven water om een vis door te slikken. Vlak voor ons deed een familie futen dit nog eens dunnetjes over. Met dien verstande dat de jongen de vissen nog door pa en moe kregen toegeschoven. Deze jongen zijn nog net wat kleiner dan hun ouders en zijn te herkennen aan de gestreepte tekening op hun kop. De jongen doken wèl, maar vissen zien we ze nog niet boven water halen. Wel heeft er eentje een takje gevangen…. Leuk, maar toch niet zo lekker als vis. De tiende soort van de dag was een ijsvogel, die -hoewel dichtbij- voor een aantal deelnemers helaas net wat te snel voorbij kwam scheren.
We gaan maar weer eens verder. In de berm streek een groepje putters neer, maar jammer genoeg bleven ze niet lang genoeg zitten zodat iedereen ze van dichtbij kon bekijken. Bij de kijkhut ter hoogte van het Jaap Deens gat stapten we uit. Onderweg naar de hut stopten we hier en daar nog even in de hoop Baardmannetjes te zien; maar dat lukt vandaag niet. Wel vloog een watersnip over en hoorden we een overtrekkende boompieper. Door het gat in het scherm richting de hut werd een jonge blauwborst gezien. Hij had nog geen blauw borstje, maar zo te zien ook nog niet zoveel angst voor mensen, waardoor het lukte om succesvol een paar foto’s te maken. De rietzanger die daar ook rondscharrelde had blijkbaar al wat meer levenservaring, want die was weg voordat er een foto gemaakt kon worden. Grappig resultaat: de foto van een leeg takje….
Eenmaal in de hut zagen we grote aantallen vogels. Verreweg de grootste in aantal waren de Krakeenden en er zaten ook flink wat wintertalingen tussen. Leuk waren de 5 reuzensterns en de 15 casarca’s . Boven het riet vlogen twee bruine kiekendieven. De meeste vogels zaten behoorlijk ver weg. Maar er waren er een paar die we dichterbij zagen. Zo was de watersnip, met zijn toch wel heel lange snavel, bijna beeldvullend in de telescoop te zien en scharrelden er tussen de witte kwikstaarten een paar gele.
Toen werd het tijd om verder te gaan richting de Waddenzee bij Paesens. Op de terugweg van de hut naar de auto gaf een bruine kiekendief-mannetje nog een mooie vliegshow. Lastiger was het zien van een (hoog) overtrekkende wespendief. Deze laatste soort was te herkennen aan zijn actieve vleugelslag en de horizontale stand van zijn vleugels tijdens de tussenliggende glijvluchten. In het riet zagen we nog wel een kleine karekiet en hoorden we rietgorzen. Daarmee stond de teller van het aantal soorten inmiddels op 35.
Iets na twaalven stonden we op de dijk bij Paesens en keken we uit over de Waddenzee. Inmiddels was de zon gaan schijnen en vormden het wad en de wolken een prachtig schouwspel. Hier zagen we ook (pas) onze eerste lepelaars van de dag en natuurlijk de typische ‘zout-soorten’ als zilverplevier, bonte strandloper en rosse grutto. De meeste vogels zaten toch wel ver op het wad, maar gelukkig konden we dichterbij genieten van een paar bontbekplevieren. Nadat we hier uitgekeken waren gingen we richting de koffie met gebak bij het theehuis in Moddergat. Toen we terugliepen zagen we in de verte een groep van ruim 3000 goudplevieren op de wieken gaan. Met het blote oog waren ze bijna niet te zien, maar met de verrekijker wel.
Na de koffie scheen in het oosten de zon en pakten de donkere wolken zich in het westen samen. Angstvallig werd de buienradar geraadpleegd. Het leek erop dat we het droog zouden houden…. Onderweg naar Ezumazijl zag we nog een groep van bijna 500 goudplevieren in het land zitten. Af en toe klonk een roepje boven ons hoofd en sloten kleine groepjes zich bij de luid kwetterende menigte aan. Alsof er een commando werd gegeven hield de hele groep zich van het ene op het andere moment stil en drukte zich tegen de grond. Zou er een roofvogel gezien zijn. Dat zou goed kunnen, maar wij zagen die niet!
Bij Ezumazijl hebben we de auto achter de dijk geparkeerd om richting het uitzichtpunt te lopen. Onderweg moesten we tussen een grote koe met een paar kalveren door slalommen, maar gelukkig hadden de beesten niks kwaads in de zin. Onderweg naar het uitzichtpunt zagen we twee torenvalken staan te bidden. Een mannetje -te herkennen aan grijze kop en grijze boven staart- en een vrouwtje. Juist op het moment dat wij eraan kwamen had het mannetje een muis gevangen. Op de balustrade van het uitkijkpunt (op ongeveer 100 meter van ons vandaan en dus prima in de telescoop te zien) werd de muis vakkundig door de valk gesloopt en naar binnen gewerkt. Eenmaal bij het uitzichtpunt zagen we (net achter het riet) kemphanen staan en ook hier vlogen weer een paar bruine kiekendieven. De donkere wolken kwamen (in tegenstelling tot de voorspellingen) steeds verder onze kant op en uiteindelijk begon het te spetteren. Dus besloten om maar terug te gaan naar de auto.
Het was maar een klein stukje rijden naar het volgende excursiepunt (Ezumakeeg). Toen we daar aankwamen hadden we nog even de tijd om (ondanks de harde wind) snel wat vogels te spotten. Vlakbij zaten kluten die zeer succesvol slakjes omhooghaalden. Een jonge bergeend zat ook met zijn kop onder water, maar daarvan was het onduidelijker of hij op die manier zijn maag kon vullen. Door de regen en aanzwellende wind werd het steeds lastiger om vogels te spotten. Uiteindelijk heb ik maar besloten om ons geluk elders te beproeven. We hebben de weg een stukje naar het zuiden gevolgd. Daar troffen we (tijdens de regen) 10 bosruiters aan en op de weg zaten twee tapuiten. Toen we stopten om ze te bekijken kwam er helaas net een auto aan die ze weg joeg.
Tot slot zijn we doorgereden naar het uitzichtpunt in de Kollumerwaard. Bij aankomst was het daar nog net droog, maar tijdens de wandeling begon het ook daar weer te regenen. Wel hoorden we hier nog een boomkruiper roepen (soort nummer 74) en als laatste werd de tjiftjaf aan het lijstje toegevoegd (nummer 75 dus). Nog even was er hoop op een echte uitsmijter van de dag, maar de duikeend met licht oog, witte kont en chocolabruine zijde en donkere mantel, was toch geen witoogeend. Omdat hij ook een kuifje had en een witte vlek bij zijn snavel. Om vijf over vijf waren we weer terug bij de auto en hebben we de dag beëindigd. Conclusie: Helaas: het aantal bijzondere soorten viel wat tegen voor het Lauwersmeer, maar we hebben wel heel veel vogels gezien. Graag wil ik iedereen bedanken voor deze fijne dag samen en hopelijk tot ziens bij een volgende reis van BirdingBreaks!
Dagexcursie Biesbosch
Op 8 augustus ging mijn wekker om 05:00 uur af. BirdingBreaks had me gevraagd om een dagexcursie te begeleiden naar de Biesbosch. Door de Corona-uitbraak gingen veel reizen naar het buitenland niet door. Het was alsof het weer medelijden met ons had en de tropisch temperaturen naar Nederland stuurde. Toen ik om 7:00 uur aankwam in Dordrecht was het al 20°C. Prima weer voor een boottochtje in T-shirt en korte broek.
Vlak na vertrek zagen we de eerste twee ijsvogels. Pal voor de boot gingen ze op een takje zitten. Helaas bleven ze net iets te kort zitten voor de fotografen om een foto te maken, maar het was een goede start van de excursie. Boven het water hing een lichte nevel en de watersporters lagen nog te slapen. Natuurlijk is er in het voorjaar een groter orkest actief, maar her en der zaten nog (of weer?) vogels te zingen. Winterkoninkjes, merels en zongen en ook een gekraagde roodstaart was te horen. Na ruim een uur was er een korte stop in de Mariapolder. Voor de kijk hut kijkhut zat onze eerste grote zilverreiger. In de loop van de dag zouden er nog tientallen volgen. Een baardmannetje werd gespot en we hebben ook een waterral gehoord. Na het bestuderen van de eenden bleken het voornamelijk krakeenden te zijn. En er zaten ook groepjes wintertalingen. Ze waren allemaal in ‘eclipskleed’, dat is het kleed dat ze hebben tijdens de rui. De mannetjes verliezen dan hun felle kleuren en zien er allemaal bruin/grijs uit om zo min mogelijk op te vallen in deze kwetsbare periode. Toen we terugkwamen van de kijkhut was er koffie met gebak. Geen traditionele Dordtse gebakjes maar Limburgse vlaai, omdat dat het gemakkelijkst mee aan boord te nemen was. Nou, het smaakte er niet minder om. Toen we verder voeren hoorden we de eerste van vier cetti’s zangers zingen. Opvallend weinig, want uit broedvogeltellingen blijkt de Biesbosch het kerngebied voor dit zangvogeltje te zijn in Nederland, met ruim 800 broedpaar. We dachten er ook nog een te zien in een boompje, maar dat was moeilijk met zekerheid vast te stellen. Op de terugweg kwamen we langs het visarendennest. Helaas voor ons was dat verlaten. De jongen waren succesvol uitgevlogen. Vlak voordat we terug waren zagen we nog een aalscholver met een paling in zijn bek. Het was een ware strijd op leven en dood, maar de aalscholver won hem op zijn slofjes. Wat je noemt hap-slik-weg.
Rond 11:00 uur waren we weer terug bij de auto’s en ging onze toch verder. De temperatuur was inmiddels de 30 graden genaderd, maar de airco in de auto gaf nog lekker wat verkoeling. Onderweg naar de Brabantse kant had ik een tussenstop in de Nieuwe Dordtse Biesbosch ingepland. Dit gebied is amper een jaar geleden aan de landbouw onttrokken en onder water gezet. Hier is sprake van een win-win situatie, want naast een ecologische verbinding tussen de Dordtse en de Sliedrechtse Biesbosch, heeft dit een zuiverende werking op het water en houdt Dordrecht droge voeten. Door de aanleg van wandel- en fietspaden profiteren er nu ook de recreanten van. Hier zaten een tiental kleine zilverreigers en naast een fuut en een dodaars zagen we de voor Nederland zeldzame geoorde fuut met een jong. Nog snel werd een ooievaar genoteerd en toen gingen we richting de Brabantse Biesbosch. Na wat oponthoud bij de pont konden we aan de zuidkant verder gaan met vogels spotten. Langs de Deeneplaatweg troffen we tussen de koeien een koereiger aan en ook zaten er twee kleine en een grote zilverreiger. Ook hier hoorden we een paar cetti’s zangers en het duurde tot 13:45 uur voordat we onze eerste roofvogel (een buizerd) konden noteren. Daarna gingen we richting de Galeiwaard. Daar troffen we eindelijk onze eerste 4 lepelaars aan. Boven onze hoofden cirkelde een bruine kiekendief en op de slikken rustten groepjes kemphanen, die later vergezeld werden door hennen. Er riep een bontbekplevier en ook zagen we hier onze enigste twee bergeenden. Om half drie vloog er een zeearend over richting het zuiden. Gelukkig waren er wat wolkjes aan de lucht waardoor ik aan de deelnemers kon uitleggen waar te kijken. Daardoor werd ook goed duidelijk hoe snel hij zich verplaatste. Binnen no time was hij verdwenen aan de horizon.
Ook wij gingen verder. Terug in de auto stond de thermometer op 42°C. Pfff, snel de airco aan. Op verschillende plekken zagen we bruine kiekendieven en verschillende buizerds. Een overvliegende sperwer kreeg er van de boerenzwaluwen van langs. Om beurten maakten ze stootduikjes naar de roofvogel. Helaas hebben we de visarend niet gezien. Onderweg naar de werkschuur van Staatsbosbeheer zagen we een groep van wel 80 lepelaars in de Galleiwaard, en in de Hardenhoekpolder zaten er ook nog eens 115. Daar zaten ook weer honderden ruiende eenden. De meesten waren krakeenden en er waren ook groepjes wintertalingen. De laatste stop was bij het Biesbosch museum. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot 35°C in de schaduw. Van de gehoopte zangvogeltjes was nu niks te horen. Op het spaarbekken troffen we de 85ste soort aan voor deze dag: de tafeleend. Na nog maar eens een flesje gekoeld water te hebben weggewerkt ben ik in de auto gestapt om naar huis te rijden. Onderweg nog een ijsje gegeten en thuis verder afgekoeld. Wat een geweldige dag!
Heb jij ook zin om op excursie te gaan naar de Biesbosch? Meld je dan aan via:
Local nature guide
Steeds meer mensen trekken de natuur in. Met een goede gids komt die natuur nóg meer tot leven. Om natuurgidsen en hun kennis van de mooiste plekken toegankelijker te maken is (op 29 juli 2020) het online platform “Local Nature Guide” gelanceerd. Hier kunnen gidsen activiteiten aanbieden die iets te maken hebben met natuur. Ik ben gevraagd om daar ook activiteiten aan te bieden. Om te beginnen heb ik een grote grazer-excursie georganiseerd naar mijn geliefde Meinerswijk bij Arnhem. Ben je benieuwd naar mijn verhaal? Meld je dan aan via:
Sterrenhemel
Toen ik afgelopen winter bij Oud Reemst een medewerker van Natuurmonumenten ontmoette, , heb ik de stoute schoenen aangetrokken en hem gevraagd of het mogelijk zou zijn om toestemming te krijgen om ’s-nachts foto’s te maken van een prachtig uitgegroeide beukenboom die daar staat. Ja, nou ja, was het antwoord, als je een keertje bij zonsondergang blijft zitten, dan zal de verstoring van de edelherten die daar ’s-nachts vaak komen eten wel meevallen. Maar, zo werd me op mijn hart gedrukt, ga daar niet aan het eind van de nacht rondstruinen, want dan jaag je de herten weg.
Op zaterdag 21 maart was het een prachtige heldere hemel en ben ik daar ’s -avonds gaan zitten. Om 19:30 uur zag ik de eerste sterren en rond 20:00 uur was het echt donker. Met mijn 15 mm lens op handmatige scherpstelling (omdat autofocus in het donker niet werkt) ben ik aan de slag gegaan. Uiteindelijk heb ik 50 foto’s overgehouden waar ik tevreden over was. Via internet heb ik het email adres opgesnord van deze vriendelijk medewerker van Natuurmonumenten en hem een paar beelden gestuurd als dank. Boven verwachting snel kreeg ik antwoord. Een beleefd “Bedankt voor de prachtige foto’s”. Oké, graag gedaan dacht ik, tot ik gisteren opeens een enthousiast verhaal in mijn mailbox aantrof van Rien van der Linden. Hij had die sterrenhemel eens helemaal geanalyseerd. Leuk om te lezen wat er zich allemaal afspeelt aan ons firmament! Hieronder zijn reactie.
Wat zien we?
De foto is op 21 maart 2020 om 21:39 uur gemaakt in West Noordwestelijke richting. We zien rechtsonder dat de planeet Venus in het sterrenbeeld Ram staat. Mooi is dat we op de foto vier van de twaalf Dierenriem sterrenbeelden zien t.w. Ram (gedeeltelijk), Stier, Tweelingen en Kreeft (gedeeltelijk).
Het sterrenbeeld Stier is een van de oudste en op de foto het gemakkelijkst herkenbare sterrenbeeld, alhoewel “de Beuk” wel een beetje in de weg staat. De heldere oranje (relatief koele) ster Aldebaran is het oog van de Stier met daarboven zijn beide hoorns. De Plejaden, de meest opvallende sterrenhoop aan de nachthemel, bevinden zich in de nek van de Stier. Het sterrenbeeld Stier is al vele jaren bekend, het komt al voor in de 20 duizend jaar oude grotschilderingen in Lascaux in Frankrijk. Beetje lastig was ook om Orion (met zijn opvallende Zandloper vorm) te vinden met zijn karakteristieke drie centrale sterren (moeilijk te onderscheiden tussen de takken!). Wel duidelijk te zien is de heldere ster Betelgeuze. Verreweg het bekendste object in Orion is de Orionnevel, een gebied waar sterren worden geboren.
De helderste ster in het sterrenbeeld Voerman heet Capella (wat voor Geit staat en wordt daarom ook wel de Geitenster genoemd), is de op vijf na helderste ster aan de nachthemel en staat ongeveer 42 lichtjaren van ons vandaan. Eigenlijk bestaat Capella uit twee heel dicht bij elkaar staande sterren die 10x zo groot zijn als onze zon. Ze stralen 80 respectievelijk 50 keer zo veel licht uit als de zon!
Jammer dat de foto iets te ‘smal’ is genomen want zo missen we op een haar na de helderste ster (op onze zon na natuurlijk) aan de nachthemel. Dat is Sirius, in het sterrenbeeld Grote Hond/Canis Major. Grote Hond (niet zichtbaar op de foto) bevindt zich links van het sterrenbeeld Haas (linksonder op de foto). Ik kan me voorstellen dat je nog wel wat vragen kunt bedenken over wat er zich allemaal afspeelt aan ons prachtige sterrenfirmament. Stel ze gerust dan zal ik mijn best doen om er een antwoord op te geven of ernaar te zoeken.
Groetjes en veel kijkplezier,
Rien van der Linden
Coronavirus beïnvloed reizen
Op dit moment worden we geconfronteerd met de maatregelen tegen de verspreiding van het Coronavirus. Grenzen gaan dicht en vluchten worden geschrapt. In deze weblog informeer ik u over de gevolgen daarvan op reizen van GRAZER
Vanaf gisteren (17 maart 2020) raad het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken vakantiereizen naar het buitenland af (zie website ). Bovendien heeft Bulgarije vanaf vandaag (18 maart 2020) zijn de grenzen voor reizigers vanuit Nederland gesloten (voor de maatregelen per land ). Natuurlijk volg ik deze adviezen op.
Deze maatregel duurt in eerste instantie tot 6 april aanstaande. Daarna wordt bekeken of de maatregel nog steeds nodig is. Garanties voor een einddatum worden begrijpelijkerwijs niet gegeven, omdat dit afhankelijk is van het de situatie rond het virus.
Het goede contact met mijn Bulgaarse partner maakt het mogelijk om flexibel in te spelen op de situatie. Zodra het weer mogelijk is om te reizen, pas ik mijn programma aan. Wilt u op de hoogte blijven? Stuur mij dan een email.
Ik wens iedereen veel sterkte de komende tijd!