
In februari heb ik een weblog geschreven voor Vogelbescherming. Dat verhaal gaat over de opkomst (na ondergang) van de Zeearend in Nederland en Europa. Klik hier om naar hun website te gaan en de blog te lezen.
In februari heb ik een weblog geschreven voor Vogelbescherming. Dat verhaal gaat over de opkomst (na ondergang) van de Zeearend in Nederland en Europa. Klik hier om naar hun website te gaan en de blog te lezen.
Een nieuwe dag kondigt zich aan (8.20 uur)
Vorige week was ik voor het krieken van de dag uit de veren om te gaan fotograferen; in de Klompenwaard om precies te zijn. De weersomstandigheden waren perfect voor natuurfotografie. Helder met hier en daar een wolkje en niet te veel wind. Wel was het de koudste nacht in jaren, het vroor maar liefst 10° C. Of dat echt op de foto’s te zien is weet ik niet. Wel heb ik mijn voorzorgsmaatregelen getroffen, in de vorm van muts, sjaal, handschoenen, dikke trui en wollen onderbroek. En tjonge, jonge wat heb ik genoten! De dag begon met een violette gloed aan het firmament en binnen 1 uur voltrok zich een prachtig lichtspel van constant veranderende kleuren; van diep paars, via kobalt blauw, naar warm geel. De sluiter van mijn camera heeft dat geweten ook, want ik heb er lustig op los gefotografeerd.
De zon is op, maar de voorgrond is nog in de schaduw (8.40 uur)
Techniek In de handboeken natuurfotografie staat beschreven dat een statief en diverse filters noodzakelijk zijn om dit soort foto’s te kunnen maken. Natuurlijk hebben ze daar gelijk in, maar toch kunnen nieuwe technieken als hogere iso’s en fotobewerkingsprogramma’s als Photoshop en Lightroom een hoop goed maken. Ik heb voor de moderne optie gekozen. Vooral om mobiel te zijn en zo (zeker met de foto’s waar de runderen op staan) het juiste moment te kunnen vangen. Het gevolg was wel dat eenmaal thuis gekomen van een uiterst bevredigende ochtend buiten er nog flink wat werk aan de winkel was achter de computer. Het begint natuurlijk met het uitselecteren van de beelden. Ik ga daarbij meestal een factor 10 terug. Dus van 150 naar 15 foto’s. Met die smalle selectie ga ik aan de slag met het fotobewerkingsprogramma (in mijn geval is dat Lightroom). Dit is noodzakelijk omdat onder dit soort omstandigheden de lucht donkerder moet worden gemaakt en de voorgrond lichter. Dat is de reden waarom handboeken het gebruik van filters zoals grijsverloop en ND voorschrijven; die werken namelijk op dezelfde manier. Daarna is het nog wat ‘spelen’ met de schuifjes om de juiste kleuren naar voren te halen en klaar!
De zon net boven de horizon en verspreid een oranje gloed (9.00 uur)
Tijdsverloop Ik heb hier een serie foto’s op een rij gezet die mooi laten zien hoe het licht in de loop van de ochtend verandert. Ik ben mijn fotoronde gestart om 7.57 uur. Dat is 40 minuten voor zonsopkomst. Nou ja, een paar minuten minder, want de gegeven tijd van zonsopkomst is in de Bilt; en Doornenburg ligt ten oosten van de Bilt. De schemering zoals wij mensen dat ervaren start trouwens ongeveer een half uur vóór zonsopkomst. Het is dan nog behoorlijk donker voor de camera, maar door de iso omhoog te draaien (tot standen boven de 1250) is het dan toch al mogelijk om zonder statief te fotograferen. Ik kijk trouwens op dit soort dagen vooral naar mijn histogrammetje, waarbij ik er op let dat die zoveel mogelijk gevuld is en hij niet gaat ‘clippen’ (clippen is als een foto over- of onderbelicht is, waardoor er rechts of links van het histogram een piek tegen de rand op staat). Voor de rest maak ik mij over de belichting (en de witbalans) niet zoveel zorgen, aangezien mijn camera op de RAW stand staat, zodat ik die dingen altijd achteraf nog kan (en vaak moet!) aanpassen. De tweede foto is dus gemaakt met zonsopkomst. De derde is anders dan de andere, want die is tegen het licht in gemaakt. En de laatste foto is gemaakt met mooi warm licht. Dat soort licht is erg geschikt voor landschapfotografie en registratie.
Mooi warm licht, geschikt voor landschapsfotografie (10.00 uur)
Zonsopkomst boven de stuwwal bij Nijmegen, 26 december 2014
In december heb ik een weblog geschreven voor de Walk of Wisdom (een eigentijdse pelgrims route rondom Nijmegen). Dat verhaal gaat over de Tamme kastanjes op de stuwwal bij Nijmegen. Klik hier om naar hun website te gaan en de blog te lezen.
Hoe breng je de (voor Europa) uitzonderlijk grote concentraties dieren in beeld die veel mensen inmiddels kennen uit de vorig jaar verschenen film De Nieuwe Wildernis? Met die vraag werd ik geconfronteerd toen ik de afgelopen maanden de mogelijkheid had om de Oostvaardersplassen te bezoeken.
Het begint ermee dat daar weliswaar grote groepen dieren lopen, maar dat het ook een groot gebied is. Dus heb ik eerst maar eens een rondje gemaakt langs de verschillende uitzichtpunten. Dat leverde telkens weer prachtige vergezichten op maar geen of nauwelijks grote grazers. Toen eenmaal de kuddes gevonden waren blijkt het toch lastig om (ook met een fullframe camera en grote telelens) een goede foto te maken. Dus een foto die aan de ene kant scherp en helder is (met genoeg detail) en die aan de andere kant breed genoeg is om de hoeveelheid dieren in beeld te brengen. En, maar dat is wat minder van belang voor het internet, hoe krijg je een foto die zodanig mooi is dat je hem anderhalve meter breed aan de muur kunt hangen?
Het antwoord hierop is de techniek van het ‘fotostitchen’ (foto’s borduren), photomerge (samensmelten) of kortweg ‘panorama’ genoemd. Hoe je het noemt is afhankelijk van welk programma je gebruikt. Stitchen is een kreet van Canon, merge van Photoshop en Panorama van Lightroom. Waar het om gaat is om een serie foto’s te maken vanuit hetzelfde standpunt, waarbij de camera stapsgewijs van links naar rechts beweegt. De kunst daarbij is om elke foto elkaar een stukje ( bijv. een boompje of plasje) te laten overlappen. De computer herkent dan die overlappende stukken en borduurt, smelt of voegt de foto’s dan samen . Het resultaat is een panorama- of brievenbusfoto, die dus vele malen breder dan hoger is (zie voorbeelden daarvan op deze pagina). Het voordeel is dat de foto’s genoeg detail hebben om de dieren te bekijken én dat ze genoeg pixels hebben om ze op groot formaat te kunnen printen en ze vervolgens aan de muur te kunnen hangen.
Let op! Als je je camera draait dan verandert meestal de belichting/lichtmeting. Zorg er daarom voor dat de belichting van alle foto’s met dezelfde diafragma en sluitertijd wordt gemaakt. Dat kun je doen door je camera op volledige handmatige bediening te zetten, maar veel camera’s hebben ook een knopje dat je ingedrukt kunt houden waardoor deze waarden gelijk blijven.
Afgelopen week ben ik naar de damhertenbronst in de Amsterdamse Waterleidingduinen geweest. Wat een prachtig spektakel is dat! Het gebied gonst de hele dag van het ‘geknor’ van de mannetjes. Bijzonder fijn is bovendien dat je daar van de paden af mag. Ik heb naar hartenlust rondgestruind en ben overal herten tegengekomen. Deze populatie wordt (nog) niet bejaagd (zie ook onderstaand kopje ‘ toekomstig beheer’), waardoor de dieren goed te zien zijn. Ze lopen wel weg als je te dichtbij komt, maar dat is logisch. Met een beetje telelens (300 mm), wat beleid en geduld zijn mooie plaatjes en filmpjes te maken.
Aantallen en voorkomen in Nederland In de bijna 3400 ha grootte Amsterdamse Waterleidingduinen leven naar schatting 3000 herten. Daarmee is deze populatie damherten de grootste Nederland. De op één een na grootste populatie leeft in het Deelerwoud ten Noorden van Arnhem (ca. 600 dieren op 1200 ha), maar die zijn een stuk minder goed te zien onder andere omdat daar rustgebieden zijn. In beide gebieden worden de herten niet bejaagd. Daarnaast zijn er in de duinen langs de kust en op de Veluwe nog een aantal andere (bejaagde) populaties van enkele honderden dieren per gebied.
De damherten die momenteel in Nederland leven stammen af van dieren die door mensen hier naar toe zijn gebracht. Dat gebeurde trouwens al door de Romeinen (die ook fazant, konijn en knobbelzwaan hebben meegebracht) en in de Middeleeuwen door de adel. Daar komt bij dat damherten gemakkelijk te houden zijn en zich goed voortplanten in gevangenschap. Van de Veluwe zijn er ook verslagen uit het begin van de 20ste eeuw, die rapporteren over het aanleggen van wildbanen en –parken met damherten. Soms ontsnapten daarbij herten en die vonden dan hun weg in de ‘vrije natuur’. Doorgaans overleefden deze dieren het en plantten ze zich ook voort. Gevolgd door discussies over afschot en of dit nou wel of geen inheemse diersoort is. Vanuit dat perspectief zijn in de jaren negentig nog pogingen ondernomen om de damherten van het Deelerwoud te elimineren. Een klein aantal overleefde dat echter en inmiddels ligt daar dus een jachtvrije zone van 2000 hectare waar de herten alle vrijheid hebben.
Volgens de binnen het natuurbeheer gehanteerde norm voor een inheemse soort (meer dan honderd jaar in de vrije natuur voorkomen in Nederland) zou het damhert inmiddels inheems zijn. Wat niet wegneemt dat er discussies zijn over het beheer van de herten, zoals hieronder te lezen is.
Toekomstig beheer De eerste melding van damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen dateert uit 1973. Aanvankelijk steeg hun aantal langzaam tot enkele tientallen halverwege de jaren negentig. Het besluit van het gemeente bestuur in 1984 om de jacht in dit gebied niet meer te verhuren besloten heeft daar aan bijgedragen. Sindsdien is de populatie flink toegenomen. Omstreeks 2005 ging het om 500 dieren en zeven jaren later was dat aantal opgelopen tot 1500. De laatste drie jaar is zijn die aantallen verdubbeld tot 3000 dit jaar.
Het gevolg van deze toename was dat er ook in de omgeving meer dieren kwamen te lopen waardoor verkeersongevallen, landbouw- en andere -schades toenamen. Het antwoord daarop was het plaatsen van een hek. Omstreeks 2012 was het gebied grotendeels afgesloten en konden de dieren ook in periodes van schaarste (winter) er niet meer uit. Sindsdien zijn komen jaarlijks 10 tot 140 dieren om van de honger/stress. Het effect van de begrazing door de herten op het duin is daardoor groter geworden en momenteel zijn er zelfs natuurbeheerders die zich zorgen maken over het voortbestaan van bepaalde plantensoorten daar.
Voorbeeld van begraasd landschap in de duinen
Een optelsom van argumenten heeft er toe geleid dat het besluit is genomen om de populatie te gaan beheren. Het plan is om maximaal 600 herten toe te laten en naar verwachting zullen ze door de jacht ook schuwer worden. Snel naar de duinen, zou ik zeggen!
Voor meer informatie over damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen zie ook: https://awd.waternet.nl/natuurbeheer/dossier-damherten/ www.dierenbescherming.nl/damherten
Dit jaar heb ik eens wat extra aandacht besteed aan de bronst van edelherten in het Deelerwoud. Zoals in mijn blog van 19 juni reeds te lezen was leven daar veel herten. Nou ja, met name vrouwelijke herten, ook wel hindes of kaalwild genoemd. Mannelijke herten zijn er tegenwoordig minder. Die houden niet zo van de drukte. In de bronsttijd komen de mannetje echter uit de wijde omgeving naar het Deelerwoud. Vanaf de Arnhemse heide, Rozendaal, Middachten en Garderen komen de heren kijken of er ‘nog wat te halen valt’. Al die pracht en actie trekt op zijn beurt weer veel bekijks van mensen.
Waar en wanneer De beelden die je hier ziet zijn gemaakt op de Kleine Heide. Dat is ongeveer een half uur lopen vanaf de onderdoorgang A50 bij Groenendaal. Grofweg vind de bronst plaats tussen 15 september en 15 oktober, met de top begin oktober. De herten komen ongeveer een uur voor zonsondergang uit de dekking.
Pas op voor de boswachter Doordat de kans zo groot is om juist op deze plek herten te zien (dan wel een lage trefkans elders) komen er hier steeds meer mensen kijken. Helaas staat de boswachter klaar om je direct na zonsondergang vriendelijk te verzoeken om te vertrekken. Dat drukt de pret wel wat. Toch is het niet verkeerd dat mensen die de, speciaal voor de bronst, afgesloten paden op gaan bekeurd worden. Het afsluiten van bepaalde paden wordt met name gedaan met het idee dat de herten dan eerder uit de dekking komen, zodat ze beter te zien zijn. Natuurmonumenten biedt trouwens op verschillende manieren de mogelijkheid om dichter bij de herten te komen.
Kijk voor meer informatie op: www.natuurmonumenten.nl/nieuws/wild-op-de-veluwe-edelhertenbronst
Wie verwacht er nou een natuurgebied midden in de stad? Tja, we hebben het dan wel over de groenste stad van Europa (anno 2009). Toch wordt uiterwaardpark Meinerswijk ingeklemd door 148.000 inwoners. Op een loopafstand van nauwelijks 15 minuten vanaf de Korenmarkt kom je in een gebied waar je zomaar het grootste knaagdier van Europa tegen kunt komen. En dat is nog niet alles. Dit nieuwe natuurgebied heeft nog veel meer te bieden. Konik-paarden en Galloway-runderen, vogels, bloemen en insecten. Deze en meer aspecten komen aan bod tijdens een lezing en excursie georganiseerd door NIVON Arnhem op 18 en 20 september aanstaande.
BEVERS IN NEDERLAND In 1825 is de laatste bever in Nederland uitgeroeid. De behoefte van armlastige buitenlui naar een extra verdienste door de verkoop van de vacht, het vlees en de geurstoffen (het zogenaamde bevergeil, dat gebruikt werd in parfums) heeft het voortbestaan van deze soort in Europa bijna de kop gekost.
Sinds de opkomst van de natuurbescherming (in het begin van de 20ste eeuw) gaat het weer beter met deze grote knager. Eind jaren tachtig was het aantal bevers in Europa toegenomen tot meer dan 100.000 (terwijl het er ooit slechts 1200 zijn geweest!) en geherintroduceerd in het Nederlandse rivierengebied. Eerst in de Biesbosch (1988) en daarna ( in 1994 en 1995 ) in de Ooijpolder bij Nijmegen en het Rijnstrangen gebied bij Pannerden.
Na de groei van deze populatie van 17 in 2000 naar 41 in 2007, werd het sommige bevers daar kennelijk te druk. In 2008 is de eerste bever in Meinerswijk gesignaleerd. Inmiddels leven er al een aantal jaren twee families die jongen voortbrengen. Wie had dat 20 jaar geleden durven dromen?
Kijk op de HOME PAGINA voor meer informatie over de lezing en excursie
Het bij Duiven gelegen steenfabrieksterrein in de Loowaard heeft de afgelopen decennia een metamorfose ondergaan. Maar wie herinnert zich nog hoe het was? Aan de hand oude foto’s ben ik deze zomer het veld in getrokken op zoek naar de standpunten van weleer. Slechts enkele landschappelijke kenmerken gaven mij houvast, voor de rest zou je bijna niet geloven dat de foto’s op dezelfde plek gemaakt zijn, zo groot zijn de verschillen!
Steenfabrieksterrein in de Loowaard in 1998
Zelfde steenfabrieksterrein in 2015
Wilt u meer weter over natuurontwikkeling in de Loowaard? Bestel dan het door mij gemaakte boekje “De Loowaard in beweging”. Stuur een email met je naam en adres onder vermelding van “boekje Loowaard” naar: [email protected] of per adres: Lippe Biesterfeldstraat 29-1, 6824 LK Arnhem. De kosten zijn € 5,50 (excl. verzendkosten)
Klik HIER voor meer informatie over dit boekje.
Bekijk HIER de uitzending op Omroep Gelderland van 9 september naar aanleiding van deze blog.
Afgelopen week ben ik teruggegaan naar de Loowaard. Tjonge, jonge wat is het daar geel geworden. En wat mooi! Met al dat zomerse weer zijn er nóg meer bloemen bijgekomen.
En wat een levendigheid tussen al die bloempjes. Natuurlijk veel insecten die op de nectar afkomen. Kleine insecten, maar ook grotere, zoals vlinders. Geen bijzondere hoor, maar wel veel. Die grote aantallen vlinders zijn voor mij als natuurfotograaf een extra genot, want daardoor is de kans groter om zo’n vlinder mooi op de spreekwoordelijke gevoelige plaat vast te leggen.
Die ruigtes zijn trouwens ook een feest voor zangvogels zoals graspiepers, rietgorzen en de bosrietzangers. (Deze keer had ik wel mijn opzetmicrofoon en statief meegenomen zodat de geluidskwaliteit van het filmpje nu beter is.). In de bescherming van de ruigte kunnen deze zangvogels niet alleen op hun gemakje hun eieren uitbroeden, maar alle insecten die daar zitten vormen voor hen natuurlijk ook een prima voedselbron.
Naast prachtige beelden leveren begrazingsgebieden als de Loowaard dus ook een zeer hoge biologische rijkdom op. Komt dat zien! Komt dat zien!
https://www.youtube.com/watch?v=smfiR0SF0WM
Vanuit hun liefde voor de natuur hebben natuurbeheerders zich tot doel gesteld om juist hun aandacht te richten op het behoud van zeldzame en bedreigde soorten. Vandaar dat ze nog wel eens negatief over natuurlijke begrazing kunnen zijn, omdat de desbetreffende gebieden te weinig zeldzame soorten zouden voortbrengen. Dat soort kritiek is niet leuk om te horen als je jezelf al jaren met hart en ziel hebt ingezet voor deze vorm van natuurbeheer. Zeker als je eind juni op een zonovergoten dag weer volop hebt genoten van de bloemenpracht in een gebied als de Loowaard. En wat nog niet eens op de foto staat zijn al die insecten, slakken et cetera die tussen weelderige plantengroei hun weg zoeken.
Een kleine impressie van de vogelbevolking krijg je als naar de geluiden luistert van het filmpje dat hieronder staat. Helaas is de kwaliteit van de standaard- microfoon op mijn camera niet zo heel goed (stom ; de speciaal hiervoor gekochte opzet-microfoon had ik thuis gelaten), maar als je goed luistert dan hoor je de zang van de bosrietzanger, de graspieper en de veldleeuwerik. Vooral die laatste soort is tegenwoordig in de omgeving van Arnhem echt wel zeldzaam te noemen. Zo hoorden de leden van de Vogelwerkgroep Arnhem hem bijvoorbeeld voor het eerst tijdens hun lustrumexcursie, en dat was pas om 20:00 uur, terwijl ze al de hele dag op pad waren geweest.
Wildernisfoto.nl
Fokko Erhart
Lippe Biesterfeldstraat 29-1
6824 LK Arnhem
026-785 1080