In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden is de nijlgans geen echte gans. Hij behoort namelijk tot de familie van de bergeenden. Van die familie is hij dan wel weer de grootste, zodat zijn formaat dicht bij die van de ganzen komt. Van oorsprong komt hij voor in Afrika, ten zuiden van de Sahara, dus dat deel van zijn naam klopt wel. Alhoewel… ook in Nederland komt deze vogel veelvuldig voor. Tellingen wijzen uit dat het de laatste tien jaar om ongeveer 43 duizend vogels gaat.
De nijlgans heeft niet altijd in zulke grote aantallen in Nederland geleefd. In 1967 is hij voor het eerst broedend vastgesteld in Den Haag. Die vogels waren toen afkomstig uit gevangenschap. Sindsdien hebben ze zich goed weten aan te passen aan hun leven in Nederland. Omdat mensen bang zijn dat exotische vogels tot problemen kunnen leiden worden ze onderzocht. Op de foto bovenaan is te zien dat de vogels (naast een metalen ring) kleurringen om hun poten hebben met een unieke lettercode. Dit maakt de vogels voor de onderzoekers individueel herkenbaar en kunnen ze zien waar de vogels vandaan komen, welke partners ze kiezen, hoe oud ze worden, hoe succesvol ze zijn in het grootbrengen van jongen, etcetera. Allemaal gegevens die gebruikt worden om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de populatie.
Persoonlijk maak ik mij geen zorgen over het effect van deze ‘net-niet-gans’ op zijn omgeving. Ik heb vertrouwen in natuurlijke mechanismen, die hun ongebreidelde toename remmen. Met plezier kijk ik naar deze vogels en het is voor mij een genoegen om er foto’s van te maken. Pluspunt voor mij als natuurfotograaf is dat ze voor duvel niet bang zijn en dus goed voor de lens te krijgen zijn. Juist bij een waterig zonnetje komen de kleuren mooi uit, zonder harde schaduwen. Heerlijk zo’n detailfoto!
